Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Overval restaurant Bali. Verdachte heeft zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld en aan afpersing. Bij de overval zijn twee medewerkers van het restaurant door drie personen met bivakmutsen bedreigd met een vuurwapen, een mes en vastgebonden met tape. Één van de slachtoffers heeft direct een vuurwapen op zijn hoofd gericht gekregen en werd gedwongen om sleutels van de kluis en geld af te staan. Het slachtoffer werd het kantoor ingeduwd en moest de kluis onder bedreiging van het vuurwapen openen en heeft een geldkistje uit de kluis overhandigd. Daarna is nog een geldbedrag uit de kluis gepakt door de verdachten. Het slachtoffer is vervolgens vastgetapet en op de grond geduwd, naast het andere slachtoffer die gedurende de overval in bedwang werd gehouden onder bedreiging van een mes en eveneens was vastgetapet. Uit zijn zakken is nog een mobiele telefoon en een portemonnee weggenomen. Uit technisch onderzoek is gebleken dat vuurwapen een echt vuurwapen was. Gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek. Zie ook LJN BF1069, BF1070 en BF1072.

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

MEERVOUDIGE STRAFKAMER

Tegenspraak

Parketnummers: 09/900229-08; 09/900518-08 (ttz.gev.)

Datum uitspraak: 4 september 2008

Promis

VONNIS

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte 1],

geboren te [plaats] op [datum] 1988,

adres: [adres],

thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Haaglanden, Penitentiair Complex Scheveningen, unit 2 te 's-Gravenhage.

1. Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 8 juli 2008 (parketnummer 09/900229-08) en 21 augustus 2008.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. T.N.M. Kamps, en van hetgeen door de raadsman mr. Th.U. Hiddema, advocaat te

Maastricht, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2. De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

dagvaarding met parketnummer 09/900229-08

hij op of omstreeks 07 april 2008 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging

met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke

toeëigening heeft weggenomen twee, althans een, geldkistje(s) (bevattende enig

geldbedrag) en/of meer, althans een, envelop(pen) (bevattende enig geldbedrag)

en/of een portemonnee (inhoudende twee, althans een, pasje(s) en/of enig

geldbedrag) en/of een mobiele telefoon (merk: Nokia), in elk geval enig goed,

geheel of ten dele toebehorende aan Restaurant Bali en/of [A], in elk geval

aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke

diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of

bedreiging met geweld tegen [B] en/of [A], gepleegd met het

oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om

bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de

vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het

- (meermalen) richten van een vuurwapen op die [B] en/of die [A]

en/of

- (met kracht) drukken van (de loop van) een vuurwapen tegen het hoofd van die

[B] en/of

- (meermalen) tonen van een mes aan die [B] en/of die [A] en/of

- maken van stekende bewegingen met dit mes in de richting van die [A] en/of

- vastpakken van het lichaam van die [B] en/of (vervolgens) op de grond

duwen/drukken van die [B]

- (meermalen) drukken van een vuurwapen tegen de rug, althans het lichaam van

die [B]

- vastbinden (met tape) van die [B] en/of die [A];

EN/OF

hij op of omstreeks 07 april 2008 te 's-Gravenhage met het oogmerk om zich

en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging

met geweld [B] en/of [A] heeft gedwongen tot de afgifte van

twee, althans een, geldkistje(s) (bevattende enig geldbedrag) en/of meer,

althans een, envelop(pen) (bevattende enig geldbedrag) en/of een portemonnee

(inhoudende twee, althans een, pasje(s) en/of enig geldbedrag) en/of een

mobiele telefoon (merk: Nokia), in elk geval enig goed, geheel of ten dele

toebehorende aan Restaurant Bali en/of [A], in elk geval aan een ander of

anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld

bestond(en) uit het

- (meermalen) richten van een vuurwapen op die [B] en/of die [A]

en/of

- (met kracht) drukken van (de loop van) een vuurwapen tegen het hoofd van die

[B] en/of

- (meermalen) tonen van een mes aan die [B] en/of die [A] en/of

- maken van stekende bewegingen met dit mes in de richting van die [A] en/of

- vastpakken van het lichaam van die [B] en/of (vervolgens) op de grond

duwen/drukken van die [B]

- (meermalen) drukken van een vuurwapen tegen de rug, althans het lichaam van

die [B]

- (meermalen) roepen dat zij geld en/of de kluissleutel wilden hebben en/of

- vastbinden (met tape) van die [B] en/of die [A];

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

dagvaarding met parketnummer 09/900518-08 (ttz.gev.)

1.

hij in of omstreeks de periode van 05 april 2008 tot en met 07 april 2008 te

's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans

alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen

twee kentekenplaten ([nummer 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele

toebehorende aan [C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan

verdachte en/of zijn mededader(s);

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een

veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 05 april 2008 tot en met 07 april 2008 te

's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een

ander of anderen, althans alleen, twee kentekenplaten ([nummer 1]) heeft

verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of

zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van

die kentekenplaten wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden,

dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op of omstreeks 10 februari 2008 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging

met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke

toe-eigening heeft weggenomen een auto ( Volkswagen Bora, kleur zwart, kenteken

[nummer 2]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn

mededader(s);

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een

veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 10 februari 2008 tot en met 07 april 2008

te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een

ander of anderen, althans alleen, een auto (Volkswagen Bora, kleur zwart,

kenteken [nummer 2]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft

overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven

of het voorhanden krijgen van die auto wist(en), althans redelijkerwijs

had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)

betrof;

art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

3.

hij op of omstreeks 07 april 2008 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging

met anderen of een ander, althans alleen, een wapen van categorie III, te

weten een pistool van het merk FN Browning, kaliber 7.65, voorhanden heeft

gehad;

De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover

daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde

betekenis te zijn gebezigd;

art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

3. Het bewijs

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte met anderen een overval heeft gepleegd op restaurant Bali te 's-Gravenhage. Daarbij zou gebruik gemaakt zijn van een vuurwapen en een gestolen auto met gestolen kentekenplaten.

3.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte van de bij dagvaarding met parketnummer 09/900518-08 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken, nu niet kan worden vastgesteld of verdachte daadwerkelijk de auto en de kentekenplaten heeft gestolen.

De officier van justitie acht de bij dagvaarding met parketnummer 09/900229-08 onder eerste alternatief/cumulatief en tweede alternatief/cumulatief en de hem bij dagvaarding met parketnummer 09/900518-08 onder 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.

3.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte stelt zich op het standpunt dat verdachte bij gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De raadsman heeft betoogd dat er weliswaar celmateriaal van verdachte op de bivakmuts is aangetroffen, maar dat dit nog niets zegt over de betrokkenheid van verdachte bij de overval.

3.3 De beoordeling van de tenlastelegging

3.3.1. De vaststaande feiten

Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen en op grond van het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken (1):

In de nacht van zondag, 6 april 2008 op maandag 7 april 2008 vindt er een gewapende overval plaats op restaurant Bali, gevestigd te 's-Gravenhage (2). Op maandag 7 april 2008 omstreeks 02.40 uur hebben de heer [A] (verder [A]) en de heer [B] (verder [B]) aangifte gedaan. Rond 23.55 uur waren zij als enige in het restaurant aanwezig (3). Als de heer [B] de personeelsdeur heeft geopend om het alarm in te stellen, ziet hij een schim staan aan zijn rechterkant. Het volgende moment ziet [B] een persoon (1) voor hem staan in het zwart gekleed en met een bivakmuts op. Direct achter de deur ziet hij nog twee personen op hun hurken zitten. Persoon 1 staat voor hem en schreeuwt op dreigende toon: 'ga naar binnen, het is een overval'. Er wordt een vuurwapen op [B] gericht en de loop van het vuurwapen wordt tegen het voorhoofd van [B] gedrukt. [B] wordt naar binnen geduwd en de twee andere personen, ook met bivakmutsen, lopen achter persoon 1 aan. Hij ziet dat persoon 2 een mes, met een lemmet van ongeveer 20 centimeter, vasthoudt. Persoon 3 heeft een rolletje (geel) tape in zijn hand (4).

[B] voelt dat persoon 1 het vuurwapen tegen de linkerzijde van zijn slaap drukt en hem vasthoudt bij zijn hand. Hij wordt door persoon 1 en persoon 2 met kracht op de grond gewerkt, alwaar persoon 1 een vuurwapen op hem richt en persoon 2 een mes(5). [A] wordt gekneveld met tape om zijn armen, bovenlichaam en benen. Tijdens dit gebeuren ziet [A] dat een van deze mannen een groot mes in een van zijn handen heeft en daarmee stekende bewegingen in zijn richting maakt(6). Beiden horen dat er steeds wordt geroepen om geld en sleutels(7). Persoon 3 is ondertussen bezig om [A] in te tapen. [B] voelt dat de loop van het vuurwapen op zijn rug wordt gezet. Hij opent de deur van het kantoor en ziet dat de personen gelijk naar de kluis lopen. Onder bedreiging van een vuurwapen opent [B] de kluis en overhandigt een geldkistje. [B] wordt vervolgens weer naar de grond gewerkt(8). [B] ziet dat persoon 2 de kluisdeur opent en het tweede geldkistje en de diversen enveloppen met geld pakt(9). Ook halen zij geld uit de kluis(10). Onder bedreiging van het vuurwapen door persoon 1 wordt [B] door persoon 3 vastgetapet met gele tape rondom zijn lijf en wordt hij naast [A] op de grond gelegd. Uit de zakken van [A] wordt een portemonnee en een telefoon weggenomen(11). Alle drie schreeuwen dat zij niet naar buiten mogen en dat ze moeten blijven liggen(12).

Op 7 april 2008 omstreeks 00.15 uur hoort verbalisant [E] via de mobilofoon een melding betreffende een gewapende overval, gepleegd bij restaurant Bali te 's-Gravenhage. De mogelijke daders zouden van vermoedelijk Marokkaanse afkomst zijn en weggelopen zijn via de Badhuisweg. Dat zouden drie mannen zijn, gekleed in donkere kleding. Ook zou er gebruik zijn gemaakt van bivakmutsen. De verbalisant ziet een zwarte Volkswagen Bora rijden, met drie mannen daarin, vermoedelijk van Marokkaanse afkomst. Gelet op de verstreken tijd sinds de melding, de afstand vanaf de Burgemeester Patijnlaan naar de Badhuisweg, en het feit dat er drie vermoedelijk Marokkaanse mannen in de genoemde auto zaten, had de verbalisant het vermoeden dat deze Volkswagen Bora, mogelijk iets met de genoemde overval te maken zou kunnen hebben. Hij volgt de Volkswagen, staat naast de auto voor het stoplicht en ziet dat in de Volkswagen Bora, drie vermoedelijk Marokkaanse mannen zitten met donkere kleding. De verbalisant blijft de auto volgen en op een bepaald moment ziet hij dat de auto plotseling snelheid vermeerderd. De voorsprong van die de auto is ongeveer 100 meter. De Volkswagen Bora komt op het Frederik Hendrikplein tot stilstand tegen een geparkeerde personenauto. De verbalisant ziet de drie inzittenden er rennend vandoor gaan.

De verbalisant ziet in de Volkswagen Bora een vuistvuurwapen liggen op de vloer, bij de passagiersstoel, rechts voorin. Op dezelfde plek in de auto ziet hij een zwarte wollen bivakmuts. Inmiddels heeft verbalisant [F] zich gevoegd bij de verbalisant [E]. Het is dan ongeveer 40 minuten na de eerste melding van de overval. In de bosjes, op het Frederik Hendrikplein, ter hoogte van een speelterreintje, treffen de verbalisanten een vermoedelijk Marokkaanse jongeman aan. De verbalisanten sommeren hem zijn handen te laten zien en op te staan, vanwege de dichte bossages. De verbalisant herkent de man als een van de inzittenden van de genoemde Volkswagen Bora.

Verdachte wordt aangehouden(13).

Verbalisant [G] hoort eveneens op 7 april 2008 omstreeks 00.20 uur dat er een overval is geweest in restaurant Bali en dat er na de overval drie mannen, vermoedelijk van Marokkaanse afkomst, zijn weggelopen. Ze zouden via de Badhuisweg zijn weggelopen en zich begeven naar de buurt van de Frederik Hendriklaan te Den Haag.

Aangekomen bij de kruising Frederik Hendriklaan met de Bentinckstraat te Den Haag ziet de verbalisant een man van vermoedelijk Marokkaanse afkomst met versnelde pas lopen.

De verbalisant houdt de man staande en vraagt om zijn legitimatiebewijs. Hieruit blijkt de man te zijn genaamd, [verdachte 2], zijnde verdachte. Na controle van de persoonsgegevens heeft de verbalisant verdachte zijn weg laten vervolgen(14).

3.3.2. Technisch onderzoek

Uit technisch onderzoek blijkt dat verdachte een sms-bericht heeft gekregen van [verdachte 2] met de tekst: 'êm wolah we gaan iets doen morgen we moete geld hebe ik flip kapot uzen 500 gram goud is Ikkr man je weet zelf bali zeker ik spreek je morgen niet laat uit slaap'(15). Ook is er een sms-bericht in de telefoon van verdachte aangetroffen met de tekst: 'Ëwa zeha waarben je dan kom we gaan die huis doen van Scheveningen. Bel me' (16).

Op 7 april 2008 worden in de auto, Volkswagen Bora, diverse goederen aangetroffen, onder andere een vuurwapen, twee zwarte bivakmuts en een stuk zwart/grijs stof met daarin twee beschadigingen, vermoedelijk als bivakmuts gebruikt. Daarnaast werd in de auto doorzichtige tape, latex onderzoekshandschoenen, messen, plastic tas en een taperolhouder aangetroffen (17).

Het wapen dat in de auto is aangetroffen, is een vuurwapen van het merk FN browning in kaliber 7.65 mm (18), zijnde een vuurwapen van categorie III (19).

3.3.3. Onderzoek celmateriaal Nederlands Forensisch instituut

Door het Nederlands Forensisch Instituut (verder NFI) zijn de bivakmutsen en de zelfgemaakte bivakmuts onderzocht. Uit dit onderzoek komt naar voren dat op de ene bivakmuts DNA is aangetroffen afkomstig van [verdachte 2]. Op de zelfgemaakte bivakmuts is DNA aangetroffen afkomstig van verdachte (20). Op de derde in de auto aangetroffen bivakmuts wordt het DNA gevonden van een onbekend gebleven persoon.

De rechtbank is van oordeel dat het rapport van het NFI met de conclusies zeker als steunbewijs kan dienen, gezien in verband met het overige beschikbare bewijsmateriaal. Dat onduidelijk is van welk celmateriaal het DNA op de bivakmuts afkomstig is, is in dat verband verder niet van belang.

3.3.4. Verklaringen van verdachte en medeverdachte [verdachte 2]

De verklaringen van verdachte en [verdachte 2] zijn wisselend en sluiten niet op elkaar aan.

[verdachte 2] heeft verklaard dat verdachte tegen hem heeft gezegd dat hij een overval ging plegen en dat hij op verzoek van verdachte op de uitkijk heeft gestaan. [verdachte 2] heeft voorts verklaard dat hij verdachte met twee mannen naar het hotel heeft zien lopen, dat zij na enkele minuten naar een auto renden en dat hij bij hen in de auto is gestapt. [verdachte 2] heeft verdachte voor de overval via sms gevraagd of de overval nog doorging (21).

Verdachte heef verklaard dat hij op verzoek van [H] samen met [verdachte 2] en [H] in een Volkswagen Bora naar Scheveningen is gereden om iemand op te halen. Daar zouden [H] en [verdachte 2] zijn uitgestapt, na enkele minuten kwamen zij, samen met [verdachte 3] bij de auto en zijn zij met zijn vieren weggereden (22). Verder heeft hij verklaard dat hij zijn telefoon had uitgeleend aan [H] en dat de ontvangen sms-berichten niet voor hemzelf bestemd waren, maar voor [H]. (23) Verdachte heeft in de auto geen bivakmuts gezien. Wel had [H] een mes bij zich. Ook lagen handschoenen en gele tape in de auto. (24)

3.3.5. Oordeel van de rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat drie personen en niet vier bij de overval betrokken zijn. De rechtbank komt tot deze conclusie naar aanleiding van de verklaring van de aangevers [A] en [B], die hebben aangegeven door drie personen in restaurant Bali te 's-Gravenhage te zijn overvallen. Vervolgens ziet de verbalisant drie personen in een auto, waarvan naderhand is vast komen te staan dat de auto bij de overval is gebruikt. Hij heeft goed de tijd gehad om deze personen te bekijken als hij naast de auto stilstaat bij het stoplicht. De verbalisant heeft ook maar drie personen uit de auto zien wegrennen. De verklaring ter terechtzitting van verdachte dat hij zich als eerste uit de auto heeft laten rollen en dat hij zich direct in de bosjes heeft verstopt, zodat de verbalisant hem niet gezien kan hebben, acht de rechtbank niet aannemelijk. In de auto worden drie (bivak)mutsen, een wapen, een mes en tape aangetroffen. Het materiaal dat bij de overval is gebruikt volgens de aangiftes van [A] en [B]. Verdachte wordt direct in de buurt van de auto aangetroffen. Bij onderzoek wordt DNA van verdachte aangetroffen op één van de in de auto gevonden bivakmutsen. De verklaring van verdachte bij de politie, dat hij niet bij de overval aanwezig is geweest, dat drie anderen deze hebben gepleegd en dat hij pas bij de vlucht in de auto op de hoogte raakte van de gepleegde overval, is op grond van het vorenstaande ongeloofwaardig.

Op grond van het vorenoverwogene is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in restaurant Bali is geweest en zich samen met twee andere personen, waaronder [verdachte 2] en een voor de rechtbank onbekend gebleven persoon, schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld en afpersing van [B] en [A]. De omstandigheid dat onduidelijk is wie welke handelingen heeft verricht in restaurant Bali maakt dit oordeel niet anders. Gelet op bovenstaande handelwijze - in onderling verband en samenhang bezien - is er naar het oordeel van de rechtbank een dusdanige bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en diens medeverdachten, dat sprake is van medeplegen van de ten laste gelegde overval door verdachte.

Gelet op de hiervoor vermelde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte - kort gezegd - zich op 7 april 2008 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld tegen [B] en [A] en ook die [B] en [A] heeft afgeperst. Daarnaast acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III.

3.3.6. Vrijspraak

De rechtbank acht het in de dagvaarding met parketnummer 09/900518-08 onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen, nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de auto en de kentekenplaten gestolen waren. Uit het proces-verbaal forensisch technisch onderzoek blijkt dat de auto voorzien was van een kenteken, dat er geen braakschade was en dat het contactslot niet was verbroken of beschadigd. Daarnaast zat er een sleutel in het contact (25). De door de officier van justitie genoemde conclusie dat je niet met je eigen auto een overval gaat plegen is onvoldoende om te komen tot een bewezenverklaring. Nu uit de bewijsmiddelen niet is komen vast te staan dat er zich overigens omstandigheden hebben voorgedaan waaruit blijkt dat verdachte had moeten weten dat het goed van misdrijf afkomstig was, zal de rechtbank verdachte hiervan dan ook vrijspreken.

3.4. De bewezenverklaring

dagvaarding met parketnummer 09/900229-08

hij op 07 april 2008 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging

met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke

toeëigening heeft weggenomen een, geldkistje bevattende enig

geldbedrag en enveloppen bevattende enig geldbedrag

en een portemonnee inhoudende twee pasjes en enig

geldbedrag en een mobiele telefoon merk: Nokia toebehorende aan Restaurant Bali en/of [A], welke

diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en

bedreiging met geweld tegen [B] en [A], gepleegd met het

oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om

de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit het

- meermalen richten van een vuurwapen op die [B] en die [A]

en

- met krachtdrukken van de loop van een vuurwapen tegen het hoofd van die

[B] en

- meermalen tonen van een mes aan die [B] en die [A] en

- maken van stekende bewegingen met dit mes in de richting van die [A] en

- vastpakken van het lichaam van die [B] en vervolgens op de grond

Duwen van die [B] en

- meermalen drukken van een vuurwapen tegen de rug van

die [B]

- vastbinden met tape van die [B] en die [A];

EN/OF

hij op 07 april 2008 te 's-Gravenhage met het oogmerk om zich

en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging

met geweld [B] en [A] heeft gedwongen tot de afgifte van

een, geldkistje bevattende enig geldbedrag

toebehorende aan Restaurant Bali welk geweld en welke bedreiging met geweld

bestonden uit het

- meermalen richten van een vuurwapen op die [B] en die [A]

en

- met kracht drukken van de loop van een vuurwapen tegen het hoofd van die

[B] en

- meermalen tonen van een mes aan die [B] en die [A] en

- maken van stekende bewegingen met dit mes in de richting van die [A] en

- vastpakken van het lichaam van die [B] en vervolgens op de grond

duwen van die [B] en

- meermalen drukken van een vuurwapen tegen de rug, van

die [B]

- roepen dat zij geld en/of de kluissleutel wilden hebben en

- vastbinden met tape van die [B] en die [A];

dagvaarding met parketnummer 09/900518-08

3.

hij op 07 april 2008 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging

met anderen een wapen van categorie III, te

weten een pistool van het merk FN Browning, kaliber 7.65, voorhanden heeft

gehad;

4. De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5. De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6. De straf/maatregel

6.1. De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zake van medeplegen van diefstal met geweld en bedreiging met geweld en afpersing, medeplegen van schuldheling van de kentekenplaten en de auto en medeplegen voorhanden hebben van een vuurwapen gerekwireerd tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van voorarrest. De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege de ernst van diefstal met geweld en bedreiging met geweld en de afpersing, met name gelet op het toegepaste geweld en de redelijk voorbereide actie, en voorts wegens de proceshouding van verdachte.

6.2. Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak van de ten laste gelegde feiten bepleit.

6.3. Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.

Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

In de nacht van 6 april 2008 op 7 april 2008 heeft verdachte zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld en aan afpersing.

Bij die overval zijn twee medewerkers van restaurant Bali te 's-Gravenhage door drie personen met bivakmutsen bedreigd met een vuurwapen, een mes en vastgebonden met tape. Één van de slachtoffers heeft direct een vuurwapen op zijn hoofd gericht gekregen en werd gedwongen om sleutels van de kluis en geld af te staan. Het slachtoffer werd het kantoor ingeduwd en moest de kluis onder bedreiging van het vuurwapen openen en heeft een geldkistje uit de kluis overhandigd. Daarna is nog een geldbedrag uit de kluis gepakt door de verdachten. Het slachtoffer is vervolgens vastgetapet en op de grond geduwd, naast het andere slachtoffer die gedurende de overval in bedwang werd gehouden onder bedreiging van een mes en eveneens was vastgetapet. Uit zijn zakken is nog een mobiele telefoon en een portemonnee weggenomen. Uit technisch onderzoek is gebleken dat vuurwapen een echt vuurwapen was.

Verdachte heeft door zijn handelen enorme angst bij de slachtoffers teweeggebracht. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dit soort misdrijven gedurende lange tijd de psychische gevolgen daarvan kunnen ondervinden. Blijkens de vorderingen van de benadeelde partij ondervinden zij nog steeds angst en herbeleven zij de gebeurtenis. Gebeurtenissen als de bovenvermelde behoren tot een categorie strafbare feiten die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde en gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving veroorzaken.

Blijkens een op naam van verdachte staand uittreksel uit het Algemeen documentatieregister is verdachte in het verleden wel eerder veroordeeld, maar niet voor soortgelijke feiten.

De rechtbank acht een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden, gelet op de tamelijk voorbereide manier waarop te werk is gegaan. Er is vooraf telefonisch contact geweest tussen de verdachten en zij hebben zich vooraf van materialen voorzien, zoals het wapen, bivakmutsen en tape. Daarnaast blijkt uit de handelwijze van de verdachten dat zij bekend waren met het restaurant, omdat zij precies wisten waar de kluis was. De door de verdachten gebruikte mate van geweld is daarbij ook overwogen.

De rechtbank heeft met het oog op de straftoemeting acht geslagen op de Wet voorwaardelijke invrijheidstelling, welke wet per 1 juli 2008 in werking is getreden. De rechtbank zal bij de straftoemeting van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf naar beneden toe af wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd, nu verdachte van de schuldheling van de auto en de kentekenplaten zal worden vrijgesproken.

7. De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel

[A], wonende te [adres], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 600.

[B], wonende te [adres], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 3.300.

Ter terechtzitting heeft de benadeelde partij [B] de vordering aangevuld met een bedrag van € 600 voor de immateriële schade.

7.1. De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [A] tot een bedrag van € 600.

De officier van justitie heeft voorts geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde [B] tot een bedrag van € 600 als immateriële schadevergoeding. De rest van de vordering moet niet-ontvankelijk worden verklaard omdat de inhoud van de kluis niet aan [B] toebehoorde en de beschadiging van zijn pak en de telefoonkosten niet zijn onderbouwd.

7.2. Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair bepleit dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, aangezien verdachte van de ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de raadsman bepleit de vordering overeenkomstig de eis van de officier van justitie toe te wijzen.

7.3. Het oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van vordering benadeelde partij [A]:

De benadeelde partij [A] heeft een vergoeding voor de geleden immateriële schade gevorderd tot een bedrag van € 600. De rechtbank acht het alleszins voorstelbaar dat de benadeelde partij als gevolg van de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade heeft geleden.

De rechtbank zal derhalve de vordering hoofdelijk toewijzen tot een bedrag van in totaal € 600.

Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Nu verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bij dagvaarding met parketnummer 09/900229-08 onder eerste alternatief/cumulatief en tweede alternatief/cumulatief bewezenverklaarde strafbare feiten zijn toegebracht en verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 600 ten behoeve van het slachtoffer genaamd [A].

Ten aanzien van vordering benadeelde partij [B]:

De benadeelde partij [B] heeft een vergoeding voor de geleden materiële schade gevorderd tot een bedrag van € 3.300. De door de benadeelde partij gevorderde schade van de inhoud van de kluis is niet-ontvankelijk, omdat de benadeelde partij geen rechtstreeks getroffene is. De ter terechtzitting overgelegde machtiging van de eigenaar van restaurant Bali, is na het requisitoir van de officier van justitie overgelegd, als gevolg waarvan de rechtbank daarop geen acht (meer) kan slaan. De rechtbank acht de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de posten restwaarde pak en extra telefoonkosten, niet van zo eenvoudige aard, nu de kosten niet zijn onderbouwd en de schade aan het pak niet wordt ondersteund door de aangifte van de benadeelde partij.

De rechtbank acht het alleszins voorstelbaar dat de benadeelde partij de ter terechtzitting gevorderde immateriële schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten.

De rechtbank zal derhalve de vordering hoofdelijk toewijzen tot een bedrag van in totaal € 600.

Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Nu verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bij dagvaarding met parketnummer 09/900229-08 onder eerste alternatief/cumulatief en tweede alternatief/cumulatief bewezenverklaarde strafbare feiten zijn toegebracht en verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 600 ten behoeve van het slachtoffer genaamd [B].

8. De inbeslaggenomen goederen

8.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen met parketnummer 09/900229-08 (beslaglijst, die als bijlage C aan dit vonnis is gehecht) onder 1, 4, 5 en 6 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het onder 2 genummerde voorwerp zal worden onttrokken aan het verkeer en dat het onder 3 genummerde voorwerp zal worden teruggegeven aan de rechthebbende.

8.2. Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak van de ten laste gelegde feiten bepleit en stelt zich op het standpunt dat de goederen van verdachte aan verdachte kunnen worden teruggegeven.

8.3. Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 en 5 genummerde voorwerpen verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen de bij dagvaarding met parketnummer 09/900229-08 onder eerste en tweede alternatief/cumulatief bewezenverklaarde feiten zijn begaan, dan wel voorbereid.

Het op de beslaglijst onder 2 genummerde voorwerp zal de rechtbank onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van dit voorwerp de bij dagvaarding met parketnummer 09/900229-08 onder eerste alternatief/cumulatief en tweede alternatief/cumulatief bewezenverklaarde feiten is begaan en dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

De rechtbank zal de teruggave aan de rechthebbende [D] gelasten van het op de beslaglijst onder 3 genummerde voorwerp, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet.

De rechtbank zal tot slot de teruggave aan verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder 4 en 6 genummerde voorwerpen, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet.

9. De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:

- 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 47, 57, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht;

- 26, 55 van de Wet wapens en munitie;

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10. De beslissing

De rechtbank:

verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/900518-08 onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/900229-08 onder eerste alternatief/cumulatief en tweede alternatief/cumulatief en bij dagvaarding met parketnummer 09/900518-08 onder 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:

ten aanzien van parketnummer 09/900229-08

eerste alternatief/cumulatief

DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, VOORAFGEGAAN, VERGEZELD EN GEVOLGD VAN GEWELD EN BEDREIGING VAN GEWELD TEGEN PERSONEN, MET HET OOGMERK DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN, MAKKELIJK TE MAKEN EN OM DE VLUCHT MOGELIJK TE MAKEN;

tweede alternatief/cumulatief

AFPERSING, TERWIJL HET FEIT WORDT GEPLEEGD DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN

ten aanzien van parketnummer 09/900518-08 (ttz.gev)

feit 3:

MEDEPLEGEN VAN HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 26, EERSTE LID, VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE EN HET FEIT BEGAAN MET BETREKKING TOT EEN VUURWAPEN VAN CATEGORIE III;

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 42 (TWEEÉNVEERTIG)maanden;

bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

ten aanzien van parketnummer 09/900229-08:

in verzekering gesteld op: 7 april 2008,

in voorlopige hechtenis gesteld op: 9 april 2008;

wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [A] een bedrag van € 600;

veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 600 ten behoeve van het slachtoffer genaamd [A];

bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 12 dagen;

bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;

wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [B], een bedrag van € 600.

met bepaling dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader(s) opgelegde, verplichting tot betaling aan de Staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;

veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

verklaart de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat hij dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 600

ten behoeve van het slachtoffer genaamd [B];

bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 12 dagen;

bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;

verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 en 5 genummerde voorwerpen, te weten

een bivakmuts, kleur zwart en een telefoon, kleur grijs, [...];

verklaart onttrokken aan het verkeer het op de beslaglijst onder 2 genummerde voorwerp,

te weten een pistool, merk FN;

gelast de teruggave aan rechthebbende [D] van het op de beslaglijst onder 3 genummerde voorwerp, te weten een personenauto, kenteken [nummer 1], merk Volkswagen Bora, kleur zwart;

gelast de teruggave aan verdachte van de op de beslaglijst onder 2 en 4 genummerde voorwerpen, te weten een pet, kleur zwart, baseball pet en twee heren sportschoenen, kleur grijs.

Dit vonnis is gewezen door

mrs. Steenhuis, voorzitter,

De Ruiter en De Boer, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. Dekker, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 september 2008.

mr. De Boer is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

(1) Waarna hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar dossierpagina's betreft dit de pagina's van het doorgenummerde proces-verbaal pagina 1 tot en met 592, met het nummer [nummer], politie Haaglanden, bureau Scheveningen, met bijlagen.

(2) Proces-verbaal van relaas, pagina 4.

(3) Proces-verbaal van aangifte [B], pagina 38.

(4) Proces-verbaal van aangifte [B], pagina 38 en proces-verbaal van aangifte [A], pagina's 41 en 42.

(5) Proces-verbaal van aangifte [B], pagina 38.

(6) Proces-verbaal van aangifte [A], pagina blz. 42.

(7) Proces-verbaal van aangifte [A], pagina 42 en proces-verbaal van aangifte [A], pagina 42.

(8) Proces-verbaal van aangifte [B], pagina 38.

(9) Proces-verbaal van aangifte [B], pagina 38/39.

(10) Proces-verbaal van aangifte [A], pagina 42.

(11) Proces-verbaal van aangifte [A], pagina 43.

(12) Proces-verbaal van aangifte [B], pagina 39.

(13) Proces-verbaal van aanhouding verdachte, pagina 28 en 29.

(14) Proces-verbaal van bevindingen, pagina 92.

(15) Proces-verbaal blz. 101 en proces-verbaal [verdachte 2] blz. 482.

(16) Proces-verbaal blz. 104 en proces-verbaal van verdachte blz. 98.

(17) Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek (losse bijlage), d.d. 22 april 2008

(18) Proces-verbaal van bevindingen, blz. 550.

(19) Proces-verbaal, blz. 75a.

(20) Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut opgemaakt door dr. I.E.P.M. Blom, d.d. 19 augustus 2008.

(21) Proces-verbaal van verhoor [verdachte 2], blz. 481 e.v.

(22) Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 96 e.v.

(23) Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 98.

(24) Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 98 en 99.

(25) Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek (losse bijlage), d.d. 22 april 2008


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature