Zie ook LJN BU7846 en BU7853. De rechtank komt tot de slotsom, dat niet meer kan worden vastgesteld, dan dat verdachte een of meer sleutels voor verdachte 2 heeft nagemaakt en goederen aan hem heeft uitgeleend. Niet is komen vast te staan, dat deze sleutels of deze goederen zijn gebruikt ter voorbereiding of uitvoering van de kluiskraak. Er is dan ook geen wettig en overtuigend bewijs, dat verdachte medeplichtig is geweest aan het tenlastgelegde, zodat hij dient te worden vrijgesproken.