De rechtbank is met eiser van oordeel dat verweerder in dit geval ten onrechte een bedrag van € 331.- aan leges heeft geheven. Zoals deze rechtbank eerder heeft overwogen bij uitspraak van de meervoudige kamer van 23 januari 2006 (AWB 05/26907), is de invoering van legesheffing voor de aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning en de daarna ingevoerde verhoging van deze leges in strijd met artikel 13 van het Besluit 1 /80. Het heffen van hogere leges aan eiser dan het voor EU-burgers geldende tarief van € 30,- is onrechtmatig. Het beroep is derhalve in zoverre gegrond.