E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK6642
LJN BK6642, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 09/22757

Inhoudsindicatie:

De rechtbank stelt voorop dat reeds op 1 januari 1973 de eis werd gesteld van een wezenlijk Nederlands economisch belang zoals thans in artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder a, van het Vb 2000 is neergelegd. Uit het arrest van het Hof van 11 mei 2000 in zaak C-37/98 (LJN ZB8847), alsmede uit het arrest van het Hof van 21 oktober 2003 in zaken C-317/01 en C-368/01 (LJN AM2833), valt af te leiden dat de standstill-bepaling zich ertegen verzet dat een lidstaat een nieuwe maatregel vaststelt die tot doel of tot gevolg heeft dat aan de vestiging en het daarmee samenhangend verblijf van een Turks onderdaan op zijn grondgebied strengere eisen worden gesteld, dan die, welke golden op het moment, waarop het aanvullend protocol voor de betrokken lidstaat in werking trad. Volgens die rechtspraak is het aan de nationale rechter, die bij uitsluiting bevoegd is om het nationale recht uit te leggen, om te beoordelen, of de nationale regeling die de bevoegde autoriteiten toepassen zodanige strengere eisen behelst. De rechtbank verwijst in dit verband naar de uitspraken van de AbRS van 11 maart 2004 (LJN AO8112) en 20 mei 2005 (LJN AT6747).

Uit de brief van 19 mei 2009 van de minister van Economische Zaken aan deze rechtbank, nevenzittingsplaats Haarlem, volgt dat het uitgangspunt van de adviespraktijk is en blijft het uit de Vreemdelingenwet komende criterium dat een verblijf in ons land onder meer is toegestaan als een bijdrage van wezenlijk belang aan ons land wordt geleverd. Aan Economische Zaken is slechts gegeven dit criterium, dit wezenlijk belang, in economische termen te vertalen. Voorts volgt uit voornoemde brief dat het uitgangspunt steeds hetzelfde is gebleven, veranderde inzichten over de sturing en regulering van een economie of markt, en een groeiend inzicht in de rol van kennis in de economische ontwikkeling doen de invalshoek van de advisering veranderen. Er is dus sprake van een, in de loop der jaren als gevolg van zich wijzigende inzichten, veranderde inkleuring van dit wezenlijk belang en niet van een aanscherping van dit criterium.

Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de wijze waarop thans beleidsmatig het criterium of met het verrichten van arbeid als zelfstandige een wezenlijk Nederlands economisch belang wordt gediend, wordt ingevuld, niet in strijd is met de standstill-bepaling van artikel 41, eerste lid, van het Aanvullend Protocol .

Beroep ongegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie