E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2011:BR6378
LJN BR6378, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 11/25155

Inhoudsindicatie:

Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het belang van de openbare orde het opleggen van de vrijheidsbeperkende maatregel vordert. Verweerder heeft hiertoe aangevoerd dat eiseressen zijn uitgeprocedeerd en dat op hen de verplichting rust op Nederland te verlaten. Aanvankelijk is aan eiseres sub 1 nog tot 9 februari 2011 een uitstel van vertrek verleend op basis van artikel 64 van de Vw 2000. Sindsdien hebben eiseressen Nederland echter niet uit eigen beweging verlaten, zulks in weerwil van hun vertrekplicht. Volgens verweerder zijn er nog andere omstandigheden die het vermoeden rechtvaardigen dat een spoedig vertrek van eiseressen uit Nederland wordt belemmerd. Zo beschikken zij niet over voldoende eigen middelen om hun vertrek te bekostigen en betwist verweerder dat zij beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats bij de partner van eiseres sub 1.

Naar het oordeel van de rechtbank kan het besluit en de argumenten die verweerder daaraan ten grondslag heeft gelegd de toetsing in rechte doorstaan. In het licht van deze argumenten heeft verweerder minder gewicht kunnen hechten aan de gestelde gezinsomstandigheden van eiseressen – wat daar verder ook van zij – en aan de omstandigheid dat eiseres sub 2 niet in staat zal zijn om haar opleiding in Grondingen voort te zetten. Verweerder heeft dan ook geen aanleiding hoeven zien om te volstaan met het opleggen van een lichter middel dan de vrijheidsbeperkende maatregel.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie